Wiel verwijderen of aanbrengen

Het is belangrijk het wiel te wisselen op een vlakke en vaste ondergrond. Het is verstandig de handrem aan te trekken, om te voorkomen dat de auto wegrijdt. Mocht het toch zo zijn dat het wiel wordt verwijdert op een schuine ondergrond is het van belang om de wielstand ten opzichte van de naaf te markeren voordat het wiel verwijdert word.

Nu moeten de wielmoeren/wielbouten verwijdert worden, hier heb je de bijpassende sleutel voor nodig. Draai de sleutel een slag per wielmoer of wielbout terwijl het wiel nog op de grond staat. Vervolgens word de krik geplaatst op een harde ondergrond, mocht het onduidelijk zijn hoe en waar de krik geplaatst moet worden is het verstandig om het instructieboek van de auto even door te nemen.

Als het niet mogelijk is om het wiel te vervangen op een harde ondergrond is het verstandig een plank onder de krik te plaatsen, dit om te voorkomen dat de krik gaat zakken. Krik nu de auto op totdat hij voldoende van de grond komt om het wiel makkelijk te verwijderen. Draai nu alle moeren of bouten uit het wiel en verwijder het wiel met beleid.

Wiel aanbrengen

Voordat het wiel wordt aangebracht is het verstandig om te controleren of het raakvlak van het wiel schoon is en of de moeren en bouten geen beschadigingen hebben aan het schroefdraad zodat deze makkelijk en goed bevestigd kunnen worden. Om het wiel vast te maken plaats je deze op de naaf (let op de markering als je deze hebt gezet). Draai de wielmoeren of bouten met de bijpassende sleutel vast zodat het raakvlak van het wiel tegen de naaf aanligt. Draai de moeren of bouten nu kruislinks lichtelijk vast, laat de auto nu een stukje zakken zodat de auto met het wiel de grond raakt, dit zorgt ervoor dat het wiel niet meedraait op het moment dat je alle bouten of moeren aandraait. Draai nu de moeren of bouten stevig vast, draai ze echter niet door en doe dit met beleid.

Bekijk ook is het filmpje hoe je een wiel verwisseld.